Dersim
 


Foto’s genomen door een Turkse officier ter plaatse. Hier zijn Koerdische gevangenen te zien (1938). ( Akakurdistan.com)

Opbouw

- Inleiding
- Wat is Dersim?
- Genocide of etnocide?
- Slot

Inleiding

In 1990 werd er een boek gepubliceerd in Turkije met een titel, die de enige partij toentertijd in Turkije beschuldigde van genocide. Volgens het boek had de partij een genocide uitgevoerd in het Koerdische district van Dersim. Het boek werd meteen verboden en het zorgde niet voor het debat waarop de schrijver en socioloog, Ismail Beşikçi gehoopt had. Beşikçi was de eerste en voor een lange tijd de enige die in allen openheid de Turkse officiële ideologie en beleid tegenover de Koerden bekritiseerde. [1]

Hij begon in 1969 met zijn studie van de sociaal economische condities van Turks Koerdistan met een hele serie van toenemende polemische geschriften. Hij heeft een grote prijs betaald voor zijn morele en intellectuele moed; al zijn boeken zijn verboden en hij verbleef meer dan tien jaar in de gevangenis voor zijn boeken.

De massaslachtingen van het boek van Beşikçi behandelde de pacificatie van het rebellerende Koerdische district van Dersim (deze wordt nu Tunceli genoemd) in 1937 en 1938. De gebeurtenissen zijn één van de zwartste pagina’s in geschiedenis van de republiek Turkije.

Op het boek van de kritische socioloog werd niet op gereageerd of verkeerd weergeven door de meeste historici, zowel buitenlandse historici als Turkse.

Terwijl de campagne tegen Dersim verder ging, zorgden de Turkse autoriteiten ervoor dat weinig informatie ter beschikking kwam voor de buitenwereld. De diplomatieke observanten in Ankara waren ervan bewust dat er grote militaire operaties waren, maar ze wisten eigenlijk niet wat er precies aan de hand was.

Na de gebeurtenissen sprak de Britse consul in Trebizond (Trabzon), de dichtstbijzijnde diplomatische post van Dersim over bruut geweld waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen mannen of vrouwen. Ook maakte hij een expliciete vergelijking met de Armeense genocide in 1915. “Duizenden Koerden,” schreef hij, “waaronder vrouwen en kinderen werden afgeslacht; anderen; voornamelijk kinderen, werden in de Eufraat gegooid; terwijl duizenden in minder vijandelijke gebieden, eerst werden ontdaan van hun vee en andere bezittingen voordat ze gedeporteerd naar vilayets (provincies) in Centraal Anatolië. Het wordt nu gezegd dat de Koerdische kwestie niet meer bestaat in Turkije.”

Wat is Dersim?

Dersim is een ontoegankelijk gebied van hoge met sneeuw bedekte bergen, smalle valleien en ravijnen in Noord Koerdistan (Zuidoosten van Turkije). Het werd bewoond door een groot aantal kleine stammen, die een marginaal bestaan hadden van voornamelijk landbouw, dieren hoeden en het verzamelen van woud producten. Hun totaal aantallen waren rond de 1930 rond de 65,000 en 70,000. (Dersim was vroeger groter, maar hier worden de aantallen gebruikt van de provincie Tunceli)

Dersim was een deel van Koerdistan met een andere cultuur. Dit kwam gedeeltelijk door ecologische en geografische factoren (omringd door Bergen) en gedeeltelijk door de taal en religie. Sommige stammen spraken goed Kurmanji, maar de meeste spraken het Koerdische Zaza dialect. Ook behoorde ze allemaal tot de heterodoxe alevitische sekte, die hen onderscheidde van de soennitische Koerden die leefden in de rest van Koerdistan. (Waaronder zowel Kurmanji sprekende Koerden waren als Zaza sprekende Koerden.) Alhoewel er ook Alevi’s zijn in Turkije, zijn de alevi’s in Dersim een andere groep, met een ander geloof en geloofshandelingen.

Dersim was in het midden van de jaren 1930 het laatste deel van Koerdistan, dat niet effectief onder de controle was gebracht van de centrale Turkse staat. De stammen van Dersim waren nog nooit onder controle geweest door voormalige regeringen. En de enige wet die ze erkende, was de traditionele stammenwet. Stamhoofden (Agha’s in het Koerdisch) en religieuze leiders hadden een grote autoriteit over het gewone volk, die ze vaak economisch exploiteerde. Ze waren niet tegen een regering, zolang deze regering zich niet teveel met hun zaken bemoeide.

Veel stamhoofden, versterkte hun positie feitelijk door hechte relaties te hebben met de politie en het leger in de regio. Er was een traditie van belastingsweigering, want er was weinig geld om te taxeren. De regio was heel erg arm. Jonge mannen ontweken de militaire dienst als ze konden, maar in 1935 diende een aanzienlijk deel in het Turkse leger. Er waren conflicten tussen de stammen, die vaak de vorm namen van langdurige vetes. Veel van de stamleden droegen wapens, en overvallen op buur stammen waren niet ongewoon.

Lokale militaire ambtenaren werden vaak ook in de stamconflicten gelokt. Omdat sommige stamhoofden hun vijanden beschuldigden van het samenzweren tegen de staat. Maar op hetzelfde moment was er een Koerdische nationalistische beroering onder de stammen, die werd geleid door de onderwezen zonen van de hoofdfamilies.

In 1936 werd Dersim geplaatst onder militaire controle, met de nationalistische uiting te bedaren, onder controle te krijgen en te “civiliseren”. Het antwoord van de stammen op de zogenaamde modernisatie gebracht door de staat van wegen, bruggen en politieposten, was tweeslachtig.