Handel, Landbouw en Industrie

Koerdistan als geheel is rijk aan grondstoffen zoals olie, steenkool en enkele metalen. De enigen die hiervan profiteren zijn de buitenlandse ondernemingen en de centrale overheden van de verschillende landen.Driekwart van de bevolking van Koerdistan leeft van de landbouw. De mesten van hen leven nog steeds onder feodale verhoudingen. De beschikbare grond is in handen van een kleine groep grootgrondbezitters.Hierdoor lijdt de bevolking een weinig menswaardig bestaan. De feodale landheren handelen in het belang van de centrale overheden en helpen mee aan de onderdrukking van het volk.Industriële vooruitgang is geblokkeerd. Koerdistan is sterk afhankelijk geworden van de centrale overheden van de staten welke haar hebben ingelijfd. Via deze centrale overhedenis Koerdistan afhankelijk van de industriële centra elders in de wereld.

De structuur van het communicatienetwerk illustreert deze afhankelijkheid duidelijk. Het netwerk is niet gegroeid uit plaatselijke economische contacten, maar geconstrueerd door de administratieve behoeften van de centrale regeringen.De meeste dorpen en zijn alleen door voetpaden met elkaar verbonden. Door het feodale systeem en de industriële onderontwikkeling is er in Koerdistan grote werkloosheid ontstaan. Vele Koerden die nooit meer zien hebben dan hun buurtdorp, hebben hun geboortestreek verlaten om in de grote steden zoals Erbil, Bagdad, Istanbul, Teheran, Damascus of zelf in west-Europa te gaan werken. Zij verlaten hun steden en dorpen uit gebrek aan land of gebrek aan werk en trekken naar industriële centra. Zo dragen zij bij aan ontwikkeling van deze centra, maar Koerdistan Blijft in armoede achter.